Reis

De reis naar China - 1596

Na de ontdekking van de Bereneilanden en Spitsbergen werd de kust van Nova Zembla in kaart gebracht. Ze liepen vast in het pakijs.

Vertrek 1596, met 17 man

12 mannen komen thuis

Overwintering Nova Zembla

De trossen gingen los in 1596.

Twee expeditieschepen varen  naar het Noorden. Het is de derde expeditie. Het schip van Jan Corneliszoon Rijp keerde bij Bereneiland terug naar Spitsbergen, om een doorvaart tussen Spitsbergen en Groenland te vinden. Barentsz met zijn mannen gaan verder, meer naar het Oosten. 

Er zijn 17 man aan boord.


Driemaal is scheepsrecht

Waar een wil is, is een weg, zo denken de Hollandse kooplieden. Op 10 mei 1596 vaart Willem Barentsz uit om noordelijk van Azië een doorvaart te vinden. In augustus loopt zijn schip vast in het pakijs bij Nova Zembla.

Er zit niets anders op dan in deze ijskoude witte eenzaamheid te overwinteren.

‘t Behouden Huys

De 17 mannen hebben al hun creativiteit en wilskracht nodig om te overleven. Van drijfhout en scheepsmaterialen bouwen ze een onderkomen: ’t Behouden Huys.


Belaagd door ijsberen en kou houden ze zich hier meer dan een half jaar staande. Levend van scheepsbeschuit en gedode poolvossen.


Het was donker. Op die hoge breedte komt de zon in de winter niet op. De zon blijft onder de horizon. Dag en nacht is het nacht, donker en ijskoud...


Gerrit de Veer houdt een dagboek bij.

Dit dagboek is bewaard gebleven. Daarom weten we nu wat ze hebben meegemaakt.

De barre terugtocht

Het is voorjaar 1597 ligt het schip nog steeds rotsvast. Wat nu? Blijven is geen optie. Met twee verbouwde reddingssloepen proberen ze de bewoonde wereld weer te bereiken. Willem Barentsz, die reeds lang ziek is, sterft op de terugreis (20 juni 1597).


Ze varen 2200 kilometer (1200 zeemijl) en komen vlakbij Moermansk

Ondanks uitputting, kou, scheurbuik, sneeuwstormen en ijsberen weten 12 mannen eind augustus Kildin (eiland) te bereiken, in het noorden van Rusland.


Gerrit de Veer schrijft op 25/8/1597 dat ze Kildin verlaten om verder te varen naar Waerhuyzen of Waerdhuys (nu Vardø in Noorwegen), toen bezit Deense koning. Door slecht weer gedwongen moeten ze echter toch aan wal op het Russische vasteland. Wegens aanhoudend slecht weer stuurt van Heemskerck een van de matrozen met een gids (een Lap) naar Kola (Moermansk). Hier ligt een Nederlands schip die ze meeneemt.


Als de 12 overlevenden op 1 november 1597 Amsterdam bereiken, blijkt dat de noordelijke route van tafel is; kapitein Cornelis de Houtman heeft inmiddels een zuidelijke route via Kaap de Goede Hoop gevonden.

Poolvossen, rotganzen en lepelblad...

We graasden als koeien - Gerrit de Veer 1597.

1594 - Heemskerck en Barentsz, Voorbereiding eerdere reis.
1606 - Kaart van Mercator en Hondius, zij dachten nog dat het poolgebied er heel anders uitzag.
De kaart van 1606 laat nog het eiland Frisland zien (tussen IJsland en Groenland).
Op Frisland worden zelfs plaatsen aangegeven (waar is dit eiland gebleven?).